Pagina's

vrijdag 23 juli 2010

afzien

(overigens: dit is niet mijn voet, maar een voorbeeld)

donderdag 22 juli 2010

block

Na 2 uur word ik weer opgehaald door de afdeling intern transport en weer naar de OK gebracht. Dit keer klopt de planning. Al snel komt er een anesthesiste die aankondigt dat zij het block in mijn been gaat zetten. Er verzamelt zich een hele serie vrouwelijke studenten met uiteenlopende nationaliteiten om mijn bed. Ik geloof dat er iets bijzonders gaat gebeuren waarbij ik als studieobject dienst doe. Ben zelf ook erg nieuwsgierig naar wat me te wachten staat. Een studente afkomstig uit Wenen brengt een infuus aan. In de onderlinge gesprekken hoor ik nog een (hoog) Duits en een Engels accent. Later voegt ook de anesthesiste die deze verdoving bij de intake heeft geopperd zich bij de groep. Vanachter een monddoekje laat ze me weten dat zij het is. Ik heet haar welkom en bedank haar nog een keer voor de suggestie: 't is heel bijzonder.

Ik probeer zo goed mogelijk te volgen wat er gebeurt en vraag om uitleg aan de, zeg maar, hoofd-anesthesiste. Ik kan niet precies zien wie wat aan het doen is, maar ik heb wel de indruk dat hier praktijk onderwijs wordt gegeven. Met een echo worden de zenuwen in mijn been opgezocht, eerst aan de voorkant, later aan de achterkant. Ik word plaatselijk verdoofd en met stroomstootjes worden de zenuwen opgespoord. Soms voel ik onwillekeurig een spier gaan bewegen.

Op het moment dat er een katheter in mijn been moet worden aangebracht krijg ik een sedatie. Een helpt niet, ik blijf achterom kijken om te zien wat er gebeurt en blijf praten. Ik krijg nog een sedatie en vervolgens ben ik van de wereld.

Ik kom weer bij mijn positieven met een katheter in de zijkant van m'n been. De verdoving werkt in ieder geval. Het been is totaal gevoelloos en ik ben niet in staat mijn voet of tenen te bewegen.




Nog half versuft word ik naar de operatiekamer gereden. Aan het infuus in mijn arm is inmiddels een dwars-stuk gekoppeld met vier aansluitingen. Ik krijg een zuurstof masker op mijn gezicht. "We gaan u nu onder narcose brengen" en ik ben weg.............

gesloten of minimaal-invasieve techniek

Een paar uur later word ik weer wakker in de verkoeverkamer. Omdat ik het koud heb word ik toegedekt met een voorverwarmde deken. Ik suf lekker verder. M'n been is nog steeds totaal gevoelloos en er is geen beweging in te krijgen. Mijn voet is verpakt in een groot wit verband. Er zit bloed op de nagel van mijn grote teen.

opname

Op donderdagochtend meld ik me op de afgesproken tijd aan de balie van de verpleegafdeling. Gelukkig niet de aanvankelijk aangekondigde 7.00 uur, maar een uurtje later. Het blijft erg vroeg voor een avondmens.

De mevrouw achter de balie zoekt in haar papieren, maar kan mijn naam niet vinden. Ik begin te twijfelen of ik wel op de goede afdeling ben. Ik zie immers een bord hangen met "urologie". De relatie met mijn calcaneus ontgaat me. Gelukkig biedt de mevrouw die een stukje verder op met een karretje bezig is het ontbijt onder de patiënten te verspreiden -en kennelijk meeluistert- uitkomst. Meneer Van Linden (ze zal wel Van de(r) Linden gezegd hebben) staat wel op haar lijstje. Het stelt me gerust dat ik in ieder geval te eten krijg.

Na een poosje wachten in de hal, voorzien van koffie, worden we opgehaald door een verpleegster. Of hoe je zo iemand tegenwoordig ook moet noemen. Ze komt prettig nuchter, bijna cynisch, over. Zij zal de intake doen en gaat ons door de gang voor naar een tweepersoonskamer. In het eerste bed ligt een mevrouw. Onder de lakens komen slangen vandaan die verdwijnen in aan weerszijden van het bed hangende zakken met bloederig vocht. Het tweede bed, aan de raamkant, is voor mij. De verpleegafdeling is op de tiende verdieping en ik heb tussen twee zijkanten van het gebouw door toch nog een ver uitzicht.

Tijd om verder kennis te maken hebben we niet. Ik krijg van onze verpleegster te horen dat ik onmiddellijk naar de OK moet volgens de planning. Voorzichtig protesteer ik. Mij is door de chirurg toch duidelijk verteld dat ik 's middags aan de beurt ben. De intake schiet er bij in. De thuis zorgvuldig ingevulde formulieren met o.a. vragen of ik beroepsmatig in contact kom met levende varkens of vleeskalveren of inmiddels zwanger ben komen niet aan de orde. Ook de rest van de papierwinkel die ik vooral moest meenemen volgens de instructies in de brief over de opname, komt niet ter sprake.

De stroomversnelling waarin ik terecht komt bevalt me niet. Maar op zo'n moment heb je weinig te kiezen. Prop m'n spullen in een kastje naast het bed, stop m'n paspoort, portemonnee en pda in het kluisje naast het bed, kleed mij desgevraagd helemaal uit en krijg een blauw operatiehemd aan. Niet echt mijn maat. Gelukkig mag ik in het bed gaan liggen. Door de afdeling intern transport wordt ik door de gangen en via de lift naar de OK gereden. Machteld loopt mee naast het bed.

De afdeling OK kom je niet zomaar binnen. Dat is wel duidelijk. De jongeman van de afdeling intern transport meldt via een intercom dat hij meneer Van Linden komt afleveren. Ondertussen beklaagt hij zich over het feit dat ze soms erg lang moeten wachten voor er iemand reageert. Na verloop van tijd zwaaien de grote, automatische deuren naar binnen open. Machteld mag verder niet mee en we nemen haastig afscheid. Ik word naar binnen gerold.

Binnen wordt uitvoerig gecheckt of ik ben wie ik hoor te zijn via naam en geboortedatum. Natuurlijk stap 1 om te voorkomen dat het verkeerde been bij de foute patiënt wordt afgezet. Ik word de afdeling opgereden om te worden voorbereid op de operatie door een anesthesist. Al snel blijkt dat de planning hier niet dezelfde is als op de verpleegafdeling. Ik ben veel te vroeg afgeleverd. De chirurg die mij moet opereren is pas 's middags beschikbaar.

Terwijl ik wacht om te worden terug gebracht naar de verpleegafdeling, komt de chirurg langs. Hij legt uit dat hij pas 's middags kan opereren en vanochtend eerst spreekuur op de polikliniek heeft. Ik wist dat wel, geef ik te kennen. Vervolgens legt hij me nog een keer uit wat hij vanmiddag van plan is te gaan doen. Tot slot vraagt hij me, wijzend op mijn linker been (waaraan een voet in verband zit), of dit het goede been is. Ik moet er om lachen en maak er een geintje van dat het m'n foute been is. De vraag blijkt serieus: met een zwarte viltstift krijg ik een een naar beneden wijzende pijl boven mijn linker knie getekend.

De afdeling transport brengt me terug naar de verpleegafdeling. Toch nog even rust om mijn nieuwe omgeving in me op te nemen. De mevrouw naast mij is de dag er voor geopereerd aan haar blaas. Jarenlang dachten de artsen dat ze incontinent was met al gevolgen van dien. Hier hebben ze ontdekt dat ze een gaatje in haar blaas heeft, een fistel, en dat is nu hersteld. Ze is erg blij dat ze binnenkort de tena-lady spullen aan de wilgen kan hangen. Nogal nuchter vertelt ze er achter aan dat ze later behandeld moet worden aan longkanker, uitgezaaid als gevolg van baarmoederkanker. Gelukkig is ze erg optimistisch.

maandag 19 juli 2010

zeewier

We rijden deze maandagochtend opnieuw naar het ziekenhuis. De laatste keer voor de geplande opname. Het scheelt een stuk dat het vakantie-periode is. We hebben nog niet een keer in de file gestaan de afgelopen 2 weken. Geluk bij een ongeluk noemen ze dat geloof ik. Begin trouwens steeds beter te begrijpen waar die uitdrukking vandaan komt...

Over de plaatsing van de rolstoelen in de gigantische parkeergarage is niet echt nagedacht. De parkeergarage heeft een heleboel verdiepingen met een flinke oppervlakte. Op elke verdieping is een voetgangers uitgang met lift. En de rolstoelen staan op de begane grond. Dus het is elke keer wel even opletten waar we de auto parkeren. Ik moet in ieder geval flink klunen op mijn krukken, voordat ik mijzelf in een rolstoel kan laten ploffen. Er is wel een invalidenparkeerplaats vlak bij de ingang, maar zover ben ik nog niet.

We posteren ons weer in de wachtkamer voor de gipskamer, nadat we ons gemeld hebben. Er is weer een grote variatie aan gips om uiteenlopende ledematen. Ik zie hier trouwens wel oranje...... Ook een hoop krukken en rolstoelen. Tussen al dit gipsgeweld zie ik er uit als een toevallige voorbijganger met m'n witte verbandje.

De deur van de gipskamer gaat af en toe open en een gipsmeester of -meesteres roept, met een dossier in de hand, om de zoveel tijd een naam af. De volgorde van afroepen van dossiers wordt kennelijk zodanig aangepast dat wij weer bij onze eigen gipsmeester terecht kunnen. Hij verschijnt in de deuropening, roept m'n naam niet, maar kijkt me aan met een blik van: "je bent aan de beurt". Ik snap 'm.

Voorzichtig haalt hij het verband van m'n voet. Hij is net zo benieuwd naar het resultaat van het zeewier als ik dat ben. Er valt nog weinig te zien, want het gaasje zit vast aan de wond. "Oei", denk ik. Gelukkig valt het mee. Het gaasje wordt nat gemaakt en slaat zowaar groen uit, zo groen als zeewier. Heel voorzichtig, stukje voor stukje wordt het van de blaar gehaald. En....aanschouw het wonder......de wond is dicht. Wel een teer uitziend, nieuw stukje vel, maar wel dicht. Missie geslaagd.

We nemen afscheid van de gipsmeester. Als het aan mij ligt kom ik hier voorlopig niet terug. Dat ik na de operatie niet in het gips hoef is weer een geluk bij een ongeluk.

vrijdag 16 juli 2010

anesthesiologie

Weer wachten in een wachtkamer als we van de afdeling heelkunde naar de afdeling anesthesiologie zijn "gelopen". Gelukkig bijna om de hoek, zodat ik niet al te lang in de boodschappenkar hoef te hobbelen.

Wachten duurt lang. Een aardige mevrouw van de afdeling haalt koffie voor de paar mensen die nog in de wachtkamer zitten. Daar was ik wel aan toe. Ondertussen vul ik een lange lijst met vragen in over mijn gezondheidstoestand. Eigenlijk hoef ik alleen de vraag "snurkt u" positief te beantwoorden. De vraag of mijn ademhaling daarbij wel eens stokt beantwoord ik ook met "ja", op aandringen van Machteld. Die is per slot van rekening inmiddels expert op dat gebied. Vraag me trouwens af wat ze met die wetenschap gaan doen.

Ik word binnen geroepen. Een mevrouw checkt of ik wel ben wie ik zeg te zijn en meet m'n bloeddruk. Die is hoog. Het zal de spanning wel zijn. Maar niet hoog genoeg voor alarm op de afdeling anesthesiologie. Ik mag weer terug naar de wachtkamer. Kennelijk was dit een afgesplitste taak in het kader van de beheersing van de kosten van de gezondheidszorg.

Wachten.......Het duurt niet lang voordat ik wel bij de anesthesiste terecht kan. Ze neemt de vragenlijst met me door en luistert naar mijn longen. Legt me vervolgens uit dat ik kan kiezen tussen algehele narcose of een ruggeprik. In dat geval krijg ik ook een katheter (en een klysma, denk ik).

Ooit, het was 1989, ben ik eerder geopereerd. Ook met een verdoving via een ruggeprik. Op zich was dat geen probleem. Maar aan de katheter heb ik slechte herinneringen. Alles afwegende houd ik het maar op de algehele narcose. Dat ik dan aan de beademing moet neem ik voor lief.

Voor de zekerheid wijs ik nog even op de extra pijnbestrijding waar de chirurg het over had. Ze belt 'm op en het legt hem mijn opmerking voor. Ik krijg niet echt mee wat ze met elkaar bespreken. Maar ik heb m'n opmerking gemaakt en het zal wel goed komen. Ik wil weg........we zijn inmiddels ruim vier uur verder.

Later die middag belt de anesthesiste mij thuis op.  Ze heeft mijn aanstaande operatie in haar team besproken. Op de donderdag dat ik word geopereerd is er een anesthesist aanwezig die in staat is om alleen mijn onderbeen te verdoven, via een soort block van de zenuwen. Er wordt dan een lijn ingebracht, die ook na de operatie kan dienen als -extra- pijnbestrijding. Ik geef aan dat zo'n verdoving mij een prima alternatief lijkt. Ik vraag haar of het verdoven op zich dan geen pijnlijke aangelegenheid is. Ze antwoordt  " dat het over het algemeen goed te verdragen valt". Ik stem toe en geef nog een keer aan dat ik ook wel graag " weg wil zijn".



Het is allemaal geen probleem. Ik mag er zelfs nog over nadenken en op de dag van de operatie een definitief besluit nemen. Ik hak de knoop door.


Ben blij dat er tegenwoordig voor de patiënt iets te kiezen valt. Dat was in 1989 wel anders........

trauma chirurg

Ruim voor 9.00 uur melden we ons bij de balie van de afdeling Heelkunde in een gigantisch groot ziekenhuis, waar je met gemak de weg kwijt kunt raken. Ik merk nu hoe lastig het is om vanuit een rolstoel (ook hier hebben ze van die kwasi-boodschappenkarren) te communiceren met iemand die achter een balie zit, terwijl er ook achter de rolstoel iemand staat.

We nemen plaats in een grote wachtkamer. Het gipsgehalte onder de aanwezigen is hoog. M'n naam wordt omgeroepen en ik kom weer in een gipskamer terecht: behandeltafel, gordijnen er om heen, een soort aanrechtblad met spullen en een computerscherm. Deze gipskamer is stukken groter en keurig opgeruimd.

Een gipsmeester verwijdert het gips van m'n onderbeen. Ben blij dat het rood-wit-blauwe geval er af mag. Niet alleen vanwege het gevoel, maar ook omdat er nogal wat opmerkingen over werden gemaakt na het verlies van de WK-finale. M'n been wordt met een of ander fris goedje afgesopt. Zelfs na een week voelt dat al prettig aan. De blaar onder mijn enkel heeft inmiddels de omvang van een zilveren tientje en ziet er uit of ie elk moment kan openbarsten.

Na verloop van tijd verschijnt de trauma chirurg. Ik herken hem van de foto op de website die ik de avond ervoor heb zitten bekijken. Hij vraagt wat er gebeurd is, ik vertel opnieuw mijn verhaal. Gelukkig kan ik ontkennend antwoorden op zijn vraag of ik soms een schildersbedrijf heb. Hij bekijkt mijn voet van alle kanten en wijst zijn co-assistent op een bloeduitstorting aan de onderkant van mijn voet, het teken van Mondor, typisch voor calcaneus-fracturen.

De chirurg vertrekt om de dvd te bekijken die ik heb meegebracht met röntgenfoto's en de ct-scan. Ondertussen verwijdert de gipsmeester de gigantisch blaar van mijn voet door het blaardak er voorzichtig met een klein mesje af te snijden. Een straal vocht loopt in een eierdoos-achtig opvang bakje. De wond wordt afgedekt met een gaasje waar zeewier in zit om het herstel te bespoedigen. Vervolgens wordt m'n voet vakkundig verbonden. Gips heeft geen zin, volgens de chirurg.

Ondertussen krijg ik van de gipsmeester de tip om 1 van mijn krukken te markeren. Die dingen hebben anatomisch gevormde handvatten voor links en rechts. Hoef ik niet steeds aan de voorkant te kijken welke links of rechts is. Inderdaad een nogal hinderlijke noodzaak. Hij weet ook nog te melden dat ik later via het CBR kan regelen om met "een beperking"  in een auto met automaat te mogen rijden. Dat schijnt nodig te zijn om problemen met de autoverzekeraar te voorkomen.  Kijk, daar heb je nou wat aan. Al pratende komen we er overigens achter dat deze gipsmeester een eindje verder op bij ons in de straat woont........

Na verloop van tijd verschijnt de chirurg weer door de gordijnen. Hij houdt me twee opties voor. De breuk van de hiel behandelen met gips of een operatie. Een operatie levert in ieder geval op dat de vorm van de hiel wordt hersteld en ik dus later weer in gewone schoenen kan. Hij geeft aan dat die kans van slagen groot is. Ook wordt geprobeerd de vorm van het gewricht te herstellen. Twee dingen die met een gipsbehandeling zeker niet zullen lukken. Ik ben er gauw uit en kies voor een operatie, hoewel de chirurg voorzichtig is over de slaagkansen. Het herstellen van de vorm van de hiel zal zeker lukken in mijn geval. Over het herstel van het gewricht is hij minder optimistisch. De kans op aanhoudende klachten moet ik niet onderschatten. Soms is het in een later stadium nodig om de enkel vast te zetten. Ik krijg geen garanties.

Na de gipskamer praten we verder in het kantoor van de chirurg. Hij neemt er in ieder geval alle tijd voor. Hij legt de hele procedure, kansen en risico's nog een keer uit. Omdat een operatie moet plaats vinden 14 dagen na de breuk worden er ter plekke vervolgafspraken gemaakt. Maandag moet ik terug komen om naar de blaar te laten kijken. Die bevindt zich in het operatie-gebied en levert een infectiegevaar op. De operatie wordt op donderdag ingepland, na het poli-spreekuur van de chirurg. Ik kan er nog wel tussen. Ik heb er inmiddels alle vertrouwen in.

Ik moet aansluitend langs de afdeling anesthesiologie om een verdoving te regelen. De chirurg legt nog uit dat de operatie ongeveer 2 uur duurt en dat ik daarbij op mijn buik moet liggen. En dat er wellicht iets extra's moet worden gedaan aan pijnbestrijding in de voet. Het klinkt allemaal nogal erg pijnlijk en ongemakkelijk. Ik mag kiezen tussen algehele narcose of een ruggeprik. " Maak mij maar weg", reageer ik spontaan.

donderdag 15 juli 2010

chirurgen in opleiding

Vanmiddag een afspraak met de chirurg om het resultaat van de ct-scan te horen. En natuurlijk het belangrijkste.......wat nu ? Na alles wat ik gelezen heb hoop ik op een klein breukje, dat met een tijdje gips te genezen is. De hoogte waarvan ik naar beneden ben gekomen viel immers wel mee. Kan toch nooit ernstig zijn, zo houd ik mezelf voor.


Voor de zoveelste keer rijden we naar het ziekenhuis, patiënt op de achterbank. Ik verwacht in een kantoortje een gesprek te hebben met een chirurg en misschien een co-assistent, die me dan de resultaten van de ct-scan laten zien en mij gaan uitleggen wat me verder te wachten staat.

Dat valt tegen. Ik word naar de gipskamer gebracht. Een ruimte met vier behandeltafels van elkaar gescheiden door gordijnen. Ik mag op een tafel gaan liggen. De dokter komt zo, wordt me gezegd. Wachten.......

Ondertussen hoor ik dat de man naast me met z'n duim klem gezeten heeft tussen de kluisdeur. Nieuwsgierig kijkt hij om het gordijntje om te zien wat er met mij aan de hand is. Achter ons wordt een nogal luidruchtige heer behandeld aan een gebroken been. Ik begrijp uit zijn verhaal dat het een dakloze alcoholist is en dat het niet de eerste keer is dat ie zijn been breekt. Hij kent het klappen van de zweep. Iedereen kan meegenieten. De man die ik de wachtkamer zag binnenkomen met zijn bovenlijf in een soort harnas blijkt een gebroken wervel in zijn rug te hebben. Ik wil het eigenlijk helemaal niet weten.

Er verschijnt een jongeman in witte jas met een heleboel rotzooi in z'n borstzak. Dokters hebben een heleboel rotzooi in hun borstzak is mij inmiddels wel duidelijk. De jongeman wordt gevolgd door een nog jongere dame, ook gehuld in witte jas met uitpuilende borstzak. Het is wel duidelijk dat hij leidt en zij volgt.

Hij stelt zich voor -voornaam, achternaam- en blijkt co-assistent te zijn. Chirurg in opleiding of zoiets. "Wat is er met u gebeurd" is de inmiddels bekende openingsvraag. Ik herhaal m'n verhaal nog maar eens en denk " weten jullie dat nou nog niet". Ondertussen verschijnt op het computerscherm dat aan de muur hangt het resultaat van de de ct-scan. 

Onze chirurg in opleiding werpt er een blik op. Calcaneus-fractuur is zijn conclusie. Ik denk: "maar dat wisten we al". Hij voegt er aan toe dat de breuk waarschijnlijk conservatief te behandelen is. Uit mijn zelfstudie naar calcaneus-fracturen  weet ik inmiddels dat dat gips betekent. Ik zie hoop gloren. Maar......hij moet nog even overleggen met zijn supervisor: " ben zo weer terug".

Ondertussen maak ik met m'n pda foto's van de beelden op het computerscherm. Kan ik er thuis nog eens rustig naar kijken. Ik heb geen idee hoe een calcaneus eruit moet zien, laat staan dat ik het verschil kan zien met die van mij.We onderwerpen de gipskamer aan een nadere inspectie.
Het is er eigenlijk een zooitje, dat nodig toe is aan een grote opruim- en opknapbeurt. Resultaat van bezuinigingen in de zorg of toch niet?


Na enige tijd -te lang natuurlijk- verschijnt onze chirurg in opleiding weer. Hij vertelt dat hij met zijn supervisor heeft gesproken. In dit ziekenhuis worden geen calcaneus-operaties verricht, zegt hij.  "Shit" denk ik, niks conservatieve behandeling, toch opereren. Ik krijg te horen dat ik word doorverwezen naar een specialist in een academisch ziekenhuis. Er is al een afspraak voor me gemaakt de volgende ochtend om 9.00 uur. Ik krijg -na weer lang wachten in nog steeds de gipskamer- een verwijsbrief mee en een dvd, met daarop de röntgenfoto's en de ct-scan. Dat bespoedigt de overdracht.


's Avonds thuis bekijk ik de dvd. Ik kan er niet echt wijs uit, omdat ik geen idee heb waar ik op moet letten. De conclusies van de radioloog over de ct-scan in de verwijsbrief klinken ernstig. Ik zie een operatie opdoemen en probeer me daar al vast geestelijk op voor te bereiden. Op de website van het academisch ziekenhuis vind ik een pagina met informatie over de behandeling van calcaneus-fracturen en over de specialist die daar mee bezig is. Hij gebruikt een nieuwe operatie-methode met goede resultaten. Als ik dan toch geopereerd moet worden........

dinsdag 13 juli 2010

computertomografie

Vandaag moet de ct-scan gemaakt worden. Ik hobbel op twee krukken naar de auto en vlei me weer neer op de achterbank. We rijden naar het ziekenhuis. Eigenlijk heb ik om deze tijd een afspraak met de mondhygiëniste. Die afspraak heb ik afgezegd: die voet gaat even voor m'n tanden.

Met behulp van de statiegeld-rolstoel komen we aan op de afdeling radiologie. Het is druk en we moeten lang wachten. Later blijkt dat er een spoedgeval was. Kan gebeuren.


Als ik word omgeroepen moet ik op mijn krukken eerst nog een hele gang door. " Doet u maar rustig aan" , zegt de jongeman die me is komen halen. " Wat is er met u gebeurd" informeert hij belangstellend, maar beroepshalve. Ik hou het kort: ben ongelukkig van een steiger gesprongen.

Hij brengt m'n voet zorgvuldig in positie. Ik snap dat ik moet stil liggen. Twee keer ga ik met tafel en al een stukje de lawaaierige ct-scan in.

Klaar in nog geen 5 minuten !

maandag 12 juli 2010

google

Met behulp van Google probeer ik er achter te komen wat ik nu precies heb. De gebroken hak waar de co-assistente het over had blijkt neer te komen op een gebroken hielbeen. Gaande weg kom ik er achter dat het in medisch jargon gaat om een calcaneus-fractuur.
Calcaneal fracture, also known as Lover's fracture and Don Juan fracture, is a fracture of the calcaneus. It is usually caused by a fall from height. The name lover's fracture is derived from the fact that a lover may jump from great heights while trying to escape from the lover's spouse.[1] Calcaneal fractures are often accompanied by compression fractures of spinal vertebrae.
The Bohler's angle is a normal anatomic landmark that should be looked for in plain x-ray films. If the angle is less than 20 degrees it indicates a compression of the calcaneus, as seen in jumping injuries.[2]
Als ik eenmaal de goede zoekterm te pakken heb neemt het aantal hits dat Google oplevert flink toe tot 109.000. Ik word niet echt optimistischer van wat ik lees.

Hoop maar dat de breuk niet al te ernstig is en dat kan worden volstaan met een poosje gips om m'n calcaneus te genezen.

zondag 11 juli 2010

geen oranje gips

De volgende ochtend bel ik naar de huisartsenpost om iets tegen de pijn te krijgen. Leg uit wat er gebeurd is en dat normale pijnstillers niet helpen. Ik krijg tramadol voorgeschreven. Volgens de bijsluiter een morfine-achtige pijnstiller die tot de opioiden gerekend wordt. Dat helpt tenminste......

's Middags wordt er gebeld. De co-assistente uit het ziekenhuis. Ze vertelt dat de radioloog naar de röntgenfoto heeft gekeken en dat er toch een breuk in mijn voet is geconstateerd. Of ik langs wil komen om m'n voet in het gips te laten zetten. Weinig keus.

We vertrekken in de auto naar het ziekenhuis. Ik zit niet lekker met m'n voet op de achterbank. Aangekomen haalt Machteld een rolstoel volgens het systeem winkelwagentje. Zo rijdt het ding ook. We hobbelen over de parkeerplaats.

We melden ons op de SEH. De verpleegkundige die m'n voet de vorige dag van een zwachtel heeft voorzien begroet me met verbazing:  "he, bent u er weer". We worden in de familiekamer neergezet, een soort huiskamer met flat-screen. Ik zet de Tour de France-etappe aan.

Na verloop van tijd komt de co-assistente. Ze maakt excuses en ze legt uit de de radioloog de foto's bekeken heeft en heeft vastgesteld dat ik mijn hak gebroken heb. Een ernstig soort fractuur, die lange tijd nodig heeft om te genezen. Ik moet er rekening mee houden dat ik misschien wel geopereerd moet worden. Er moet een ct-scan gemaakt worden om de omvang van de schade vast te stellen. Ik schrik van deze volstrekt nieuwe informatie. Waarschijnlijk is dat aan me te zien, ik krijg een geruststellende hand op m'n arm van de co-assistente.

Ik moet in het gips. We gaan naar de gipskamer en er wordt gips om mijn voet en onderbeen gelegd. In verband met de zwelling komt het gips niet rondom, maar blijft de voorkant open. Inmiddels heb ik ook een gigantische blaar op m'n voet, net onder de enkel. Die gaat gewoon mee in het gips. Schijnt dan goed te genezen. Ik mag een kleur uit kiezen voor mijn nieuwe gips-outfit en vraag om oranje. Het is immers de dag van de finale van het WK-voetbal. Oranje blijkt, ondanks verzoeken, niet ingekocht te zijn. Ik ben niet voor een gat te vangen: dan maar rood-wit-blauw.


Als toegift krijg ik te horen dat ik mij zelf injecties moet geven met bloedverdunners om trombose te voorkomen. Ik krijg een spuit met fraxiparine. De verpleegkundige legt uit hoe ik die in een huidplooi van m'n buik moet steken. Wel elke dag op een andere plaats, anders krijg ik blauwe plekken. Ik vind het idee om mezelf te moeten injecteren niet prettig. Maar onverschrokken laat ik de naald in een huidplooi zakken. Het valt mee.

Met twee afspraken op zak, een voor de ct-scan en een afspraak met een chirurg om het resultaat te bespreken, vertrekken we weer met de winkelwagen-rolstoel. Voorbijgangers glimlachen om een rood-wit-blauwe gipspoot.

Nederland verliest van Spanje. Met andere dingen aan mijn hoofd en onder invloed van tramadol kan ik mij er niet echt druk om maken.

zaterdag 10 juli 2010

ambulance blues

Het is snikheet, eigenlijk veel te warm om te schilderen. Maar....samen met de buren hebben we 1 week een stelling gehuurd om de eerste verdieping te schilderen. Dus aan het eind van de middag, als de zon van de voorpui af is, trek ik m'n schilderskloffie aan en ontvet, schuur en schilder het raam van de douche in strak, hoogglans donkerblauw. Ik ben tevreden over het resultaat.

We drinken een biertje in de voortuin. Kan ik ondertussen m'n werk bewonderen. Da's altijd het mooiste moment van doe-het-zelven. De buren schuiven aan. Ik grap met de buurman dat we eigenlijk te oud zijn voor dit soort klussen. Ik vertel dat ik vroeger nooit last had van hoogtevrees. Heb ooit een tijdens een vakantie in m'n studietijd als tremmer in de Rotterdamse haven gewerkt. Met een bats in de hand moest je dan langs een heel smal trappetje loodrecht afdalen in het ruim van een kolenboot. Ik had er geen enkele moeite mee. Tegenwoordig heb ik al knikkende knieën als ik op een ladder sta. Bij wijze van spreken dan.

Ik besluit samen met de buurman de stelling gedeeltelijk uit elkaar te halen, zodat we hem kunnen verplaatsen naar onder het slaapkamerraam. Dan kan ik de volgende dag verder met schilderen. We halen de bovenkant uit elkaar. De zijkanten moeten van het bovenste gedeelte af. Ik sta aan de buitenkant op de dwarsliggers van het onderste deel en houd me vast aan de bovenkant. Er moeten nog twee kruisen worden losgemaakt, die voor het onderlinge verband zorgen. Als de laatste loskomt kantelt het gedeelte waar ik me aan vasthoud naar buiten. Ik schrik en in een reflex spring ik achteruit. Zou moeten kunnen. Maar ik kom verkeerd terecht en voel een afschuwelijke pijn in m'n linkervoet. Ik blijf liggen en kom niet meer overeind. Foute boel, besef ik me.

Uiteindelijk word ik per ambulance afgevoerd naar de spoedeisende hulp van het dichtstbijzijnde ziekenhuis. Inmiddels lig ik aan een infuus en heb een pijnstiller toegediend gekregen. Ik voel me beroerd. M'n bloeddruk blijkt heel laag te zijn. Shock.

Op de SEH wordt m'n voet aan een onderzoek onderworpen. Inmiddels is ie twee keer zo dik geworden en begint rood en paars uit te slaan. Er worden röntgenfoto's gemaakt. We wachten in spanning het resultaat af. Uiteindelijk komt de verlossende diagnose. De co-assistente meldt dat m'n voet zwaar gekneusd is en niet gebroken. Ik vraag grappend of ik de foto ook zelf mag zien. Want eigenlijk ben ik verwonderd over de conclusie. Liggend in de tuin zag m'n enkel er toch wel heel onnatuurlijk uit. Maar goed, het klinkt geruststellend uit de mond van een arts.

Met een omzwachtelde voet en op twee metallic-blauwe huur-krukken (4 euro per week) verlaat ik het ziekenhuis.

's Nachts leid ik helse pijnen. Of er messen in m'n hiel worden rond gedraaid. En het klopt en het klopt en het klopt........